Al snel denk je, vetten? Die zijn toch niet oké? Maar nee, ons lichaam heeft wel degelijk goede vetten nodig om goed te kunnen functioneren. Want wist je dat 60% van onze hersenen uit vet bestaat? Vetten maken je eten lekkerder en geven je een voldaan gevoel, zodat je niet steeds trek hebt. Het is dus super belangrijk om goede vetten te eten. Wel 20 tot 40% van je voeding zou eigenlijk uit vetten moeten bestaan. Maar welke vetten zijn dan goed voor je en welke vetten kun je beter vermijden?
Jarenlang gebrainwashed door reclamecampagnes
Door de vele reclamecampagnes denken we inmiddels dat vet slecht voor je is en dat je er dik van wordt. De overheid wilde jaren geleden het grote aantal hart- en vaatziekte terugdringen en dat zag je terug in de reclamecampagnes met de boodschap dat vet slecht voor je is. In deze tijd weten de onderzoekers inmiddels dat deze boodschap achterhaald en eenzijdig is en zelfs gevaren met zich mee gebracht heeft.
Goede vetten helpen hart- en vaatziekten juist voorkomen
Goede vetten zijn onmisbaar voor ons lichaam en helpen juist de hart- en vaatziekte te voorkomen. In de jaren zijn we massaal ‘gezonde’ koolhydraten gaan eten met als gevolg dat we teveel suikers binnen krijgen om de vetten te compenseren. Nog nooit zoveel mensen hebben overgewicht, obesitas of diabetes II. Je schrikt vast als ik je vertel dat bijna de helft van alle volwassen Nederlanders te dik is!
Wat zijn goede en slechte vetten eigenlijk?
Er zijn verschillende soorten vetten. Vetten of vetzuren zijn organische verbindingen. Alle vetten in onze voeding bestaan uit een combinatie van onverzadigde en verzadigde vetzuren.
Vetzuren zijn in te delen in:
- verzadigde vetten
- onverzadigde vetten (enkelvoudig- en meervoudig onverzadigde vetzuren)
- transvetten
- cholesterol
Een patatje speciaal heeft bijvoorbeeld heel veel verzadigde vetten, net als een speklapje. Andere etenswaren bezitten juist veel onverzadigde vetzuren zoals bijvoorbeeld olijfolie.
Onverzadigde vetten, goede vetten
Vetten kun je grof gezien in verdelen in goede onverzadigde vetten en slechte verzadigde vetten. De laatste zijn gevaarlijk omdat deze ervoor zorgen dat je aderen sneller dichtslibben en je hiermee de kans op hart- en vaatziekten enorm verhoogt. Vaak wordt gezegd dat cholesterol de boosdoener is. Maar dat is niet helemaal waar. Cholesterol heb je ook nodig en daarbij is de balans tussen HDL (goed cholesterol) en LDL (slecht cholesterol) het meest belangrijk bij het voorkomen van hart- en vaatziekten.
Waar moet je op letten bij het eten van vetten?
Vermijd het eten van (harde) verzadigde vetten. Dit zijn veelal dierlijke vetten, zoals bijvoorbeeld de vetranden aan vlees. De onverzadigde vetten zijn veelal plantaardig en vloeibaar zoals bijvoorbeeld olijfolie. De laatstgenoemde vetten dragen bij aan het verlagen van het slechte cholesterol.
Transvetten zijn erg slecht!
Het meest ongezonde zijn wel de transvetten. De industrie ontdekte dat je plantaardige vetten hard en smeerbaar kunt maken door hydrogenering. Hierdoor is het mogelijk om van plantaardige olie makkelijk smeerbare margarine te maken voor op brood. Natuurlijk makkelijk, smeerbaar en plantaardige olie. Maar door het proces van hydrogenering ontstaan er gevaarlijke transvetten. Deze verhogen niet alleen het slechte cholesterol, maar verlagen ook het goede.
Transvetten zitten vooral in koekjes, gebak en snacks en deze zijn heel erg slecht voor je.
Inmiddels zijn de regels gelukkig door de overheid aangescherpt en is het gehalte transvetten in margarines verplicht teruggebracht. Helaas geldt dat niet voor de blokken frituurvet en de vetten die gebruikt worden voor de productie van koekjes, gebak en snacks. Dus wees verstandig 😉
Wat kun je zelf doen om zo gezond mogelijk te eten?
- Let op het type vet dat je binnenkrijgt, dat is van meer invloed op je gezondheid dan de exacte hoeveelheid vet. Dit kan de kans op hart- en vaatziekte al met 20% doen dalen.
- Vervang transvet door onverzadigde vetzuren om het risico op hart- en vaatziekten zelfs met ruim 40% te laten dalen
- Kies voor gezonde onverzadigde vetzuren. Bijvoorbeeld vloeibare plantaardige vetten.
- Beperk de hoeveelheid verzadigd vet dat je binnenkrijgt. Lees daarom de etiketten van verpakkingen om zo veel mogelijk transvet, (gehard ofwel gehydrogeneerd vet) te vermijden.
- Hoewel de samenstelling van het vet belangrijker is dan de exacte hoeveelheid, loont het toch ook de moeite om op de totale hoeveelheid vet die je binnenkrijgt te letten. Hoewel je 20 tot 40% van je voeding uit vet moet halen, bevat vet veel calorieën en als je meer binnenkrijgt dan je verbruikt kom je er van aan.
Wat weet jij van vetten?
Heb jij hier al eens bij stilgestaan? En, weet jij het verschil tussen verzadigde- en onverzadigde vetten? Lees jij de etiketten op producten om transvetten te vermijden? Ben benieuwd! Vertel het mij en laat hieronder je vragen en opmerkingen achter.